Veel paarden nemen zand op met het eten van kort gras in het weiland. Als het gras korter wordt trekken de paarden gemakkelijk de worteltjes van het gras mee. Als het gras kort én de bodem nat is blijft er ook meer zand aan de wortels zitten. In een bijna kale paddock gaan paarden uit verveling alle eetbare sprietjes opzoeken. Paarden die boven een zanderige ondergrond gevoerd worden nemen vaak zand op met het opeten van de geknoeide restjes. Daarnaast kan er zand in het kort afgemaaide kuil of hooi zitten, maar er zijn ook paarden die zelf hele happen zand naar binnen werken.
Waarom is zandopname een probleem?
Zand kan uitzakken naar de bodem van de darm en door het schurende effect en het gewicht van het zand kan ernstige darmontsteking, diarree en/of koliek veroorzaken.
Hoeveel zand er in de darmen zit kan alleen betrouwbaar worden bepaald met een röntgenfoto van de buik of tijdens een operatie. Bij paarden met koliek door zandophoping wordt soms wel een kruiwagen vol zand verwijderd.
Om het risico op problemen door zand te bepalen kan de ‘zandtest’ gedaan worden op mest. De zandtest is geen wetenschappelijk onderbouwde of gestandaardiseerde kwalitatieve test, maar geeft, indien regelmatig uitgevoerd, wel een indicatie van de zanduitscheiding. Is de zandtest negatief en zit er geen zand in het zakje, dan kan het zijn dat je paard toch zand in zijn darmen heeft zitten. Daarom is een eenmalige negatieve test (weinig/geen zand) niet betrouwbaar. Een positieve test is, mits goed uitgevoerd, een bewijs dat het paard (veel) zand heeft opgenomen. Controleer dus regelmatig (minimaal 1x per week) op zand in de mest als de risico’s op zandopname groot zijn.
Hoe doe je de zandtest?
- Neem een doorzichtig plastic (ziplock) zakje met puntige hoeken
- Pak ongeveer 2 (bij heel kleine ponnies 4) mestballen zonder zand van de omgeving
- Vul het zakje met veel water
- Kneed de mestballen helemaal los
- Hang het zakje op met 1 punt naar beneden
- Laat dit ongeveer 30 minuten hangen en kijk dan of er zand er in de punt van de zak zit
- Soms is het zand niet zichtbaar, maar wel goed voelbaar als je de punt van het zakje tussen je vingers rolt
- Je kunt het zakje na gebruik uitspoelen en later hergebruiken
De uitslag
Is de test negatief? Herhaal dan regelmatig de zandtest (minimaal 1x per week).
Is de test positief? Neem dan contact op met je dierenarts. Neem altijd contact op met je dierenarts als je paard ziek is, en/of diarree heeft.
Hoe voorkom je zandopname?
Zet je paard als het beperkt wordt gevoerd, niet te lang op een schrale weide of zanderige paddock. Uit verveling gaan paarden alle eetbare sprietjes opzoeken en op deze manier krijgen ze veel zand binnen. Wordt het gras erg kort en/of is de bodem nat, dan trekken de paarden met grazen gemakkelijk de worteltjes, inclusief zandkluitje van het gras mee.
Voer je buiten ruwvoer? Voer niet vanaf de grond, maar vanuit een bak/ boven verharde ondergrond, zodat het geknoeide voer niet vermengd raakt met zand.
Zit er veel stof/zand in je ruwvoer? Dompel het dan onder in water voordat je het voert.
Likt of eet je paard hele happen zand op de paddock? zet hem buiten met een graasmasker of bakje.
Zorg ervoor dat je paard onbeperkt toegang heeft tot een (mineralen) liksteen en vers leiding water.
Behandeling
Om de darmen te helpen het zand kwijt te raken kun je je paard behandelen met een zand kuur. Deze ‘kuren’ bestaan uit het voeren van psyllium, het zaad van de Psyllium Ovata plant. Er zijn verschillende manieren en producten beschikbaar die psyllium bevatten. De combinatie van het voeren psyllium en olie werkt vaak het beste. De dierenarts die jouw paard kent, kan je het beste adviseren over welke producten en dosering het beste bij jouw paard past.